BE & Reisgedrag, per motief & vervoersmiddel

Cluster 1: Suburban train | Suburban 1

25,4% van de postcodes, hoge autobezit, gemiddelde nabijheid van treinstations. Voornamelijk voorsteden tussen grote steden. Het gemiddelde inkomen ligt boven het gemiddelde, 3 km afstand tot stations. Gelegen tussen steden.

Cluster 2: Midsized cities/TOD urbanization | Suburban 2/City 1

15% van de postcodes, laag autobezit, jongere bevolking, gelegen nabij middelgrote steden en stadsgrenzen. Dicht bij treinstations, hogere werktoegankelijkheid per fiets, deels voorstad en deels stad.

Cluster 3: Greenports and distant residential area | Suburban 3/Rural 1

14,7% van de postcodes, hoger autobezit, mix van voorsteden en plattelandsgebieden. Grotere afstand van treinstations, grotere huishoudens, hoger inkomen, oudere bevolking.

Cluster 4: Cluster 4: Distant cultural landscape | Rural 2

13,3% van de postcodes, landelijk, hoger autobezit, ver van steden. Lage nabijheidsscore, hoog inkomen, oudere bevolking, voornamelijk cultuurlandschapgebieden.

Cluster 5: Logistics and ribbon development | Rural 3

13% van de postcodes, landelijk, logistieke centra, grotere huishoudens, hoog autobezit. Lagere nabijheidsscore, lintbebouwingen, ver van stedelijke voorzieningen, landbouwgebieden.

Cluster 6: Large cities | City 2

9,5% van de postcodes, gelegen in grote steden, jongere bevolking, laagste autobezit. Hoogste nabijheidsscore, dicht bij werkgelegenheid, kleinere huishoudens, lager inkomen, dichtbevolkt stedelijk.

Cluster 7: Residential urban sprawl | Suburban 4

9,1% van de postcodes, voorstedelijke gebieden nabij grote steden, lager autobezit. Grotere afstand tot treinstations, lagere functiemix, iets kleinere huishoudens, gelegen aan de rand van de stad.